Zo maak je het

De flensjes:

1. Maak het beslag door de bloem in een kom te zeven en al roerende met een garde, beetje voor beetje, de melk toe te voegen. Roer tot alle melk is opgenomen en er geen klontjes in het beslag zitten.
2. Roer dan de eieren, zout en suiker erdoor, het beslag moet redelijk dun zijn, voeg anders nog een beetje melk toe. Laat het beslag een half uur rusten.
3. Zet een koekenpan (niet te groot) op een halfzacht vuurtje en laat de pan warm worden. Doe een klein beetje olie in de pan en veeg met een prop keukenpapier uit door de pan zodat de bodem met een heel dun laagje olie bedekt is. Doe een lepel beslag in het midden van de pan en laat dit, al ronddraaiend met de pan, uitlopen over de bodem. De flensjes moeten heel dun worden, doe dus niet teveel beslag in de pan. Draai het flensje om als de bovenkant van het flensje droog is, dit gaat vrij snel. De flensjes hoeven niet veel kleur te hebben en zijn snel gaar. Vouw het flensje in vieren en leg op een bord. Bak zo ook de rest van de flensjes. Houd ze warm op een bord boven een pan met heet water of in de oven op een lage stand.
4. De saus: Schil de sinaasappel ( nadat je hem hebt gerapst), er moeten geen witte vliesjes meer opzitten. Part de sinaasappel uit of, als je dat lastig vindt, snijd je de sinaasappel in ringen.
5. Smelt de boter zachtjes in een steelpan en doe vervolgens de suiker er in 1 x bij. Laat dit op hoog vuur karameliseren. Blijf erbij want dit gaat hard. Het mengsel moet een de kleur hebben van karamel, als het te donker kleurt gaat het bitter smaken en dat wil je niet. Zodra de kleur goed is, haal je de pan van het vuur, giet je een scheutje citroensap erbij en roer flink. Dit stopt het kleuringsproces.
6. Zet de pan weer op halfhoog vuur en voeg langzaam het sinaasappelsap toe.  NIET in 1 x doen, dan krijg je een klont suiker. Dat wil je ook niet. Als al het sap erbij zit, laat je het mengsel op hoog vuur wat inkoken tot een stroperige massa. Doe de sinaasappelrasp, de Grand Marnier en de partjes sinaasappel erbij en warm even door.
7. De rest: Zet een grote koekenpan op een middelhoog vuur. Leg de in vieren gevouwen pannenkoekjes naast elkaar in de pan en giet de saus erover. Laat wat saus onder de pannenkoekjes lopen zodat ze zich vol kunnen zuigen met de saus. 

Serveer met vanille- of roomijs.