Zo maak je het

1. verwarm de oven voor op 200 graden
2. schil de peren, verwijder het klokhuis en snijd in kwarten
3. meng de amaretto door de perenkwarten
4. snijd met een scherp mesje of een dunschiller dunne reepjes van de sinaasappel schil
5. snijd het vanillestokje doormidden
6. leg het bladerdeeg klaar en snijd een cirkel, iets groter dan je pan,  uit het bladerdeeg. Snijd er eventueel een stuk af en plak waar nodig weer aan (met beetje water)
7. zet de koekenpan op matig laag vuur en rooster de geschaafde amandelen goudbruin. Blijf erbij, ze branden snel aan. Laat ze op een bordje afkoelen.
8. zet de pan weer op matig-laag vuur en verdeel de suiker over de bodem van de koekenpan.
9. Strooi de stukjes boter er gelijkmatig over. Let op: roer niet in de karamel, je kunt wel wat kantelen om de inhoud goed te verdelen. Laat ongeveer 5 minuten op het vuur staan. De boter en de suiker smelten en wordt karamel.
10. leg de perenkwarten ( met restje amaretto) op de karamel, bolle kant naar beneden. Schraap de merg uit het vanillestokje en voeg dit samen met het vanillestokje en de stukjes sinaasappel toe. Laat nog een paar minuten zachtjes doorkoken maar let op dat de karamel niet te donker wordt. Het moet een dikke karamel zijn, de peren moeten ietsje zachter worden.
11. leg het bladerdeeg over de peren en stop ze aan de zijkanten goed in
12. zet de pan 20-25 minuten in de oven tot het deeg goudbruin is, de randjes kunnen wat donkerder zijn.
13. haal de pan uit de oven (handvat is gloeiend heet!) en leg een groot bord op de pan en keer in 1 x om. Wacht hier niet mee tot de taart afgekoeld is, dan krijg je hem er niet meer uit.
14. strooi de geroosterde amandelen erover
15. serveer met een bolletje ijs